toekomstcongres - frontpage
Koepeltekst - Inhoud

    1. Samen kansen scheppen
    2. Optornen tegen uitsluiting en onzekerheid
    3. Kostbare tijd en schaarse ruimte
    4. Het milieu als bron van welvaart, gezondheid en werk
    5. Kennis is macht
    6. Wat mensen bindt: de pijlers van de democratie
    7. De maakbaarheid van de samenleving
    8. Het middenveld tussen staat, straat en markt
    9. Partijen moeten partijdig zijn




    8. Het middenveld tussen staat, straat en markt

    De toekomst van het Rijnlandmodel met zijn Franse, Nederlandse en Belgische varianten steunt op drie belangrijke pijlers:

    • een efficiënte en slagvaardige overheid;
    • creatieve en dynamische ondernemingen;
    • een rijk geschakeerd maatschappelijk middenveld.


    De historische rol van het maatschappelijk middenveld - van de vakbonden en mutualiteiten tot het rijke Vlaamse verenigingsleven - wordt door weinigen betwist. De strijd voor het algemeen stemrecht is zo'n honderd jaar oud, maar de geïsoleerde arbeiders zouden via het algemeen stemrecht weinig invloed hebben gehad als vakbonden en mutualiteiten hun bekommernissen niet in collectieve eisen hadden omgezet. Dat was op zichzelf reeds een echte leerschool voor de democratie. Het vereiste dat mensen ervan overtuigd werden dat hun schijnbaar uitzichtloze situatie kon veranderen door organisatie, collectieve acties en strijd. Het vereiste dat men op verschillende niveaus - van de fabriek tot het parlement - leerde onderhandelen en keuzes maken. Men leerde verantwoordelijkheid delen en opnemen.

    Ook vandaag nog is de rol van de sociale bewegingen cruciaal in de werking van de democratie. Oud of jong, ziek of gezond, met of zonder werk: als je er alleen voor staat moet je al heel sterk zijn om iets te bereiken. Vakbonden en mutualiteiten kunnen alle krachten bundelen, de vele bekommernissen van hun leden tegen elkaar afwegen, de vragen in een concreet en haalbaar eisenpakket omzetten, onderhandelen en eerbare compromissen afsluiten. Ook vandaag nog is dat een proces van toegepaste democratie.

    Als de maatschappij verandert, verandert natuurlijk ook het maatschappelijk middenveld. Naast vakbonden en mutualiteiten ontstaan nieuwe sociale bewegingen, die met hun eigen waarden en belangen een tegengewicht proberen te vormen tegenover de markt en de staat: de vrouwenbeweging, de vredesbeweging, de milieubeweging, de consumentenbeweging, de lokale actiegroepen, de witte comités.

    In essentie vervullen zij in een democratie overal dezelfde onmisbare functies. Zij zorgen ervoor dat mensen elkaar weten te vinden. Zij zijn de antennes voor de verlangens, noden en behoeften vanuit de samenleving. Gelijklopende behoeften worden gebundeld, tegenstrijdige behoeften worden tegen elkaar afgewogen. Er worden keuzes gemaakt. Er wordt gemobiliseerd en onderhandeld. De resultaten gewikt en gewogen.

    Een democratie met zo'n rijk geschakeerd middenveld maakt uiteindelijk meer kansen om zich te vernieuwen en te verbreden, dan een samenleving waarin de staat of de markt alles beheersen. Een levendige democratie is er één waarin veel mensen tijd maken voor elkaar, gevoelens en ideeën uitwisselen, belangen tegen elkaar afwegen, vertrouwen hebben in elkaar.

    Een politieke democratie die stoelt op een sociale democratie van duizend en één sociale organisaties en netwerken, is sterker dan een democratie van geïsoleerde burgers die alleen voor zichzelf opkomen. Een politieke democratie die gedragen en bijgestuurd wordt door een sociale democratie, is sterker dan een democratie die stoelt op televoting en politieke shopping. Miskenning van alles wat "in de weg staat" tussen burger en overheid en tussen burger en markt, leidt onherroepelijk tot frustraties bij zowat iedereen. Ieder wil zijn of haar probleem zo snel mogelijk opgelost zien, maar de overheid en de markt zijn onmogelijk in staat om aan alle eisen, verlangens en verwachtingen tegemoet te komen.

    Overbelasting dreigt vooral de motor van de democratie te verhitten, want de onzichtbare hand die de markt regeert, blijft meestal buiten schot. Sociale bewegingen die bemiddelen tussen tegenstrijdige verlangens en verwachtingen, die de band leggen tussen het wenselijke en het haalbare, die met verantwoordelijkheidszin een strategie en een actieprogramma uitstippelen, zijn uiteindelijk een betere garantie om iedereen aan zijn trekken te laten komen dan allerlei vormen van lobbying en politieke reclametechnieken die door de sterksten aangewend worden om het gelijk aan hun kant te krijgen.

    Omdat wij het maatschappelijk middenveld zo belangrijk vinden, durven we er ook hoge eisen aan stellen. Sociale organisaties en bewegingen die een vooraanstaande rol willen spelen op het maatschappelijk middenveld, moeten representatief zijn: dat geldt niet alleen voor de vakbonden en patroons, maar bijvoorbeeld ook voor de overkoepelende milieuorganisaties en de artsensyndicaten.

    Het maatschappelijk middenveld moet doorzichtig en democratisch georganiseerd zijn. Dat betekent dat er volledige openheid moet komen over de verwevenheid tussen de verschillende organisaties en nevenorganisaties, de verdeling van de bestuursmandaten, de eigen financieringsbronnen en de verschillende subsidiekanalen van de overheid. Openbaarheid van bestuur is ook hier een gulden leefregel.

    Sociale organisaties en bewegingen kunnen niet tegelijkertijd advies geven en achteraf ook nog eens meebeslissen. Het is dan ook goed dat de vakbonden en patroons wel nog een advies kunnen uitbrengen over het economisch overheidsinitiatief in Vlaanderen, maar zelf niet meer in de raad van bestuur van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen zitten. Wie wél wil meebeslissen - wat op het vlak van de ziekteverzekering het geval is voor de mutualiteiten en de artsensyndicaten - moet daar dan ook de volle verantwoordelijkheid voor dragen. In die zin moeten ook lokale actiegroepen kunnen ingeschakeld worden in het buurtontwikkelingswerk, door contracten en convenanten af te sluiten met het gemeentebestuur of het OCMW, waarbij die lokale actiegroepen wel kunnen meebeslissen, maar ook een grotere verantwoordelijkheid op zich nemen.

    Een dynamisch maatschappelijk middenveld moet ervoor zorgen dat het primaat van de politiek geen dictaat van de politiek wordt. De politiek moet uiteindelijk de eindverantwoordelijkheid dragen voor het politieke beleid, nadat alle belangen die in een samenleving bestaan getoetst zijn aan de centrale waarden die we van doorslaggevend belang vinden: respect, gelijkwaardigheid en solidariteit.

top