toekomstcongres - frontpage
Koepeltekst - Inhoud

    1. Samen kansen scheppen
    2. Optornen tegen uitsluiting en onzekerheid
    3. Kostbare tijd en schaarse ruimte
    4. Het milieu als bron van welvaart, gezondheid en werk
    5. Kennis is macht
    6. Wat mensen bindt: de pijlers van de democratie
    7. De maakbaarheid van de samenleving
    8. Het middenveld tussen staat, straat en markt
    9. Partijen moeten partijdig zijn




    6. Wat mensen bindt: de pijlers van de democratie

    Een samenleving die verbrokkelt is een zwakke samenleving. Dat is ónze samenleving niet. We moeten meer dan ooit de samenleving samen maken. Daarom moet het sociale weefsel versterkt worden, hebben we een samenleving nodig die de mensen samenhoudt. Het moderne gezin, onderwijs, cultuur en vooral arbeid houden bij uitstek de samenleving samen. Daar krijgt alles wat weerloos is, waarde. Daar wordt de bagage voor het leven gevormd en verdeeld.

    De kracht van de civiele maatschappij, met haar bontgekleurd middenveld van sociale organisaties, actiegroepen en verenigingen, hangt daarvan af. Zelfstandigheid, weerbaarheid en mondigheid worden daar gekweekt. De fundamenten voor de gelijkwaardigheid van iedereen worden daar gelegd.

    De kracht van de democratie steunt onvermijdelijk op deze vier pijlers. Als één van deze vier pijlers afbrokkelt of verzwakt, deelt ook de democratie in de brokken. Het zijn leerscholen voor de democratie en daarvoor moet ook het nodige leergeld betaald worden.

    Het klassiek gezin met een kostwinner, een thuiswerkende vrouw en liefst twee kinderen, is een rariteit geworden. Verscheidenheid is vandaag de dag troef: tweeverdieners met of zonder kinderen, getrouwd of samenwonend, lat-relaties, alleenstaande ouders, homokoppels, lesbiennes met eigen kinderen en alleenstaanden. Die verscheidenheid is een rijkdom, die borg moet staan voor eigenheid, geborgenheid, zorg en verantwoordelijkheid. Het gezin in al zijn verscheidenheid moet ruimte bieden om voor mekaar te zorgen, elkaar te respecteren en van elkaar in alle intimiteit te genieten. De werkelijkheid is helaas dikwijls anders. Onbeholpenheid, onverschilligheid, verwaarlozing en geweld treffen vooral vrouwen en kinderen. De macho is helaas ook in Vlaanderen nog altijd niet uitgestorven. En hoeveel macho's in het gezin worden later geen macho's in de politiek? Meer vrouwen in de politiek kunnen dat alvast tegengaan.

    De essentiële functie van het onderwijs ligt in het bevorderen van de sociale integratie. Uitsluiting door lage scholing is één van de grote sociale risico's van deze tijd. Daarom moeten de minst begaafden en de kansarmen extra geholpen en gestimuleerd worden. De school moet dan ook uitgroeien tot een echte gemeenschap waar alle jongeren zich thuis voelen: zowel de bollebozen als de kneusjes. Dat is een kwestie van kennis, houdingen, waarden en vaardigheden die niet alleen op school moeten aangeleerd worden. Levenslang leren wordt een uitdaging voor iedereen, willen we elke maatschappelijke uitsluiting tegengaan.

    Cultuur is wat alle vorige generaties bindt met de generaties die nog komen. Cultuur is als gemeenschappelijke bezorgdheid over de toekomst het cement dat de mensen en de natuur verbindt. Het houdt alle stenen in onze maatschappij samen als basis voor sociale netwerken, voor een gemeenschapsleven waar iedereen recht op heeft. Cultuur moet mensen iets leren waar ze zelf nooit zouden aan gedacht hebben, het moet ze op ideeën brengen, doen genieten. Het is door met kunst en cultuur in aanraking te komen dat mensen zich vragen gaan stellen over zichzelf, de wereld en de steden waarin we leven, dat de horizon verder wordt gelegd dan het eigen ik, dat de maatschappij met haar eigen spiegelbeeld geconfronteerd wordt. Kunst en cultuur moeten aanzetten geven tot openheid, zin voor verandering en verdraagzaamheid. Als dit het uur van de cultuur is, dan is dat niet alleen uit liefde voor het schone, maar ook en vooral uit democratische noodzaak.

    Je bent wat je doet: chirurg, bankbediende, metaalarbeider .... of werkloze. Maar daarnaast ben je ook vader, moeder, lief, feministe, partijmilitant, muzikant of voetballiefhebber. Toch is en blijft werk belangrijk. Recht op werk betekent niet alleen recht op een rechtvaardig loon, maar voor velen ook recht op waardigheid, erkenning, sociale integratie. Geregeld werk biedt afwisseling, geeft zelfvoldoening, geeft structuur aan de tijd. Een basisjob is dan ook belangrijker dan een onvoorwaardelijk basisinkomen dat los van enig ander inkomen of vermogen en zonder enige verplichting of tegenprestatie aan iedereen wordt uitbetaald: de linkse variant met een basisinkomen van pakweg 25.000 frank per maand is immers onbetaalbaar, terwijl de rechtse variant met een basisinkomen van zo'n 15.000 frank per maand enkel een excuus is om de sociale uitkeringen te verlagen. Een basisjob moet iedereen in staat stellen zelf zijn brood te verdienen, zijn capaciteiten te ontwikkelen en ruimte te scheppen om voor mekaar te zorgen, zich te engageren en van het leven te genieten. Dat vergt een brede kijk op arbeid, die veel verder reikt dan de muren van de werkplaats of het kantoor waar men iedere dag steeds harder moet werken. Huishoudelijke arbeid, zorgarbeid en vrijwilligerswerk moeten volop in het debat betrokken worden. Met in-en uitstap- mogelijkheden, de uitbouw van buurtdiensten, de mogelijkheid om wat bij te verdienen of een statuut voor het vrijwilligerswerk, moet alle maatschappelijke arbeid in onze samenleving geherwaardeerd worden.


top