FNV-Grondslag

vastgesteld op 30 mei 1997

 

Afkomst en betrokkenheid

1. De FNV maakt als maatschappelijke beweging deel uit van de langdurige en veelbewogen strijd voor de verbetering van de levensomstandigheden van werknemers. Zij wortelt in twee tradities: de sociaal-democratische beweging en de sociale stroming in het katholicisme. Deze zijn uiteindelijk bij elkaar gekomen in de FNV, een algemene, open en pluriforme organisatie.

De FNV, een organisatie die belangen behartigt van werknemers, mensen met een uitkering en mensen zonder betaalde baan, wil een maatschappelijke beweging zijn van actieve leden en kaderleden die middenin de multiculturele samenleving staat, en die professioneel wordt ondersteund.
Ze wil een factor van belang zijn. Aantrekkelijk voor brede lagen van de bevolking, om zo haar idealen ook daadwerkelijk te kunnen verwezenlijken.
Ze respecteert ieders geloofs- of levensovertuiging. Maar vraagt haar leden ook vanuit die overtuiging bij te dragen aan de verwezenlijking van haar idealen.
Iedereen die zich aangesproken voelt door onze idealen kan lid worden.



TOC


 

Vertrekpunt en idealen

2. De mensenrechten, zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties,zijn het vertrekpunt van de FNV.

3. De FNV richt zich op vijf centrale idealen:

  • Gelijkwaardigheid: mensen moeten dezelfde kansen en mogelijkheden hebben om zich economisch, sociaal en cultureel te ontplooien en invloed uit te oefenen op de samenleving. Mensen moeten niet door hun materiële positie afhankelijk gemaakt worden van anderen. Daarom pleit de FNV nu sterk voor economische zelfstandigheid van individuen.
  • Solidariteit: het is ons ideaal dat mensen voor elkaar opkomen en elkaar in bescherming nemen. Dat gaat niet vanzelf, solidariteit moet steeds opnieuw georganiseerd worden.
  • Vrijheid: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van gedachte, geweten, godsdienst en levensbeschouwing, maar ook vrijwaring van vrees en gebrek. De FNV staat voor vrijheid van vereniging en vergadering, in eigen land maar ook daarbuiten.
  • Rechtvaardigheid: de eerbiediging van mensenrechten. De FNV zal zich weren tegen onderdrukking, discriminatie, willekeur en geweld.
  • Duurzaamheid: respect voor de natuur waar wij deel van uitmaken. De FNV streeft naar manieren van produceren en consumeren die in balans zijn met natuur en milieu.
    Van bijzonder belang voor de FNV zijn het recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtvaardige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid. Iedereen, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid. Een ieder moet ook het recht hebben om vakbonden op te richten en zich daarbij aan te sluiten ter bescherming van zijn belangen.


TOC


 

Arbeid en inkomen

4. De FNV wil een maatschappij en daarbinnen een arbeidsbestel, dat mensen ontplooiing biedt en waarin zij kunnen functioneren als zelfstandige en mondige individuen.
De arbeidsverhoudingen moeten zijn gebaseerd op solidariteit tussen werkenden onderling en tussen werkenden, uitkeringsgerechtigden en mensen zonder betaalde baan. De FNV wil een verdeling van arbeid en inkomen die ook aan individuele mensen economische zelfstandigheid biedt. Betaalde en onbetaalde arbeid blijft nodig om de samenleving draaiende te houden en te verbeteren. Een evenwichtige combinatie van beide biedt de mogelijkheid tot een volwaardige maatschappelijke positie en het bereiken van een redelijk welvaartsniveau.

5. Iedereen moet werk kunnen krijgen dat redelijk aansluit bij wat men kàn en wil. Mensen moeten hun werk kunnen verrichten in arbeidsomstandigheden die veilig zijn en die de gezondheid en het welzijn van de werknemers niet schaden.
Mensen hebben ook recht op vrije beroepskeuze en ontplooiing. Mensen hebben daarom ook recht op voldoende vrije tijd, culturele ontwikkeling en sociale contacten.
De FNV blijft streven naar volledige werkgelegenheid'. Daarbij moeten betaalde en onbetaalde arbeid evenwichtig zijn verdeeld en met elkaar kunnen worden gecombineerd. Een verdere herverdeling van betaalde en onbetaalde arbeid - ook over mannen en vrouwen - is nodig. Belemmeringen die het vrouwen en mannen onmogelijk maken arbeid en zorgtaken te combineren dienen te worden opgeheven. Goede en toegankelijke voorzieningen voor de combinatie van betaalde arbeid met zorgtaken, zoals betaald ouderschapsverlof, betaald zorgverlof, betaald calamiteitenverlof, recht op deeltijdarbeid en loopbaanonderbreking en kinderopvang zijn daarbij essentieel.
De FNV wil voorts een evenwichtiger spreiding van het werk over de periode dat men voor de arbeidsmarkt beschikbaar is. Daarvoor is onder andere een "leeftijdsbewust personeelsbeleid" nodig.

6. Het werknemersbestand in bedrijven en instellingen moet een afspiegeling zijn van de samenstelling van de beroepsbevolking onder meer naar etnische afkomst en sekse. Discriminatie op de arbeidsmarkt en elders in de samenleving zal de FNV bestrijden. Waar nodig moet een voorkeursbeleid gevoerd worden.

7. De FNV zet zich in voor een effectief arbeidsvoorzieningsbeleid, scholing en loopbaanbeleid. Ook ruimere faciliteiten om van functie te veranderen zijn nodig om de arbeidsmarkt voor werknemers beter te laten functioneren.

8. De FNV maakt zich sterk voor economische zelfstandigheid. Dit is een essentiële voorwaarde voor elk individu om volwaardig aan de samenleving deel te nemen. In principe via betaalde arbeid, waar dat niet mogelijk is door een zelfstandig uitkeringsrecht. Daarnaast biedt het een breder en beter draagvlak wanneer mensen vanuit een economisch zelfstandige positie bijdragen aan de solidariteit.

9. Sociale zekerheid is een kwestie van solidariteit. Marktwerking die leidt tot risicoselectie of doorbreking van de solidariteit wijst de FNV af. Het moet inkomenszekerheid bieden en mensen die betaald werk zoeken een plek geven in het arbeidsproces. Het moet er toe bijdragen dat voor iedereen economische zelfstandigheid bereikt wordt. De regelingen moeten worden afgestemd op wisselende, veranderende arbeids- en samenlevingspatronen.
Voor de beroepsbevolking behoort het recht op een uitkering gekoppeld te zijn aan de bereidheid betaald werk te verrichten. Volksverzekeringen die een basisvoorziening verschaffen bij bijvoorbeeld ouderdom en ziektekosten vervullen een onmisbare rol in onze samenleving. De AOW, in samenhang met het systeem van aanvullende pensioenvoorzieningen, moet in hoofdlijnen in zijn huidige vorm blijven bestaan en welvaartsvast zijn.

10. De overheid heeft naast het in stand houden van een wettelijk stelsel van loongerelateerde uitkeringen op tenminste het huidige niveau, nadrukkelijk de taak de minimuminkomensbescherming op peil te houden voor mensen met en zonder betaald werk en armoede te bestrijden. Het wettelijk minimumloon dient onaangetast te blijven. Ook mensen die van een minimuminkomen leven, moeten aan het maatschappelijk leven kunnen deelnemen. De FNV wil de steeds grotere kloof tussen arm en rijk verkleinen door inkomensverschillen te beperken en door de buitenproportionele groei van topsalarissen en topinkomens tegen te gaan. De FNV wil goede welvaartsvaste sociale uitkeringen. Maar ook een adequate en rechtvaardige uitvoering van de sociale zekerheid, met een respectvolle behandeling en doelgerichte hulp bij de terugkeer naar betaalde arbeid.



TOC


 

De arbeidsorganisatie

11. De FNV zet zich er voor in, dat binnen ondernemingen en instellingen de kwaliteit van de arbeid en de continuïteit van de werkgelegenheid centraal wordt gesteld.

12. De FNV wil volwaardig werk voor iedereen. Dat is werk waarin mensen zich kunnen ontplooien, zelf verantwoordelijkheid kunnen dragen en met elkaar kunnen communiceren en het is werk dat veilig is en de gezondheid niet schaadt. Het moet zinvol werk zijn, dat wil zeggen werk dat herkenbaar bijdraagt aan het product of de dienstverlening van het bedrijf.

13. De multiculturele samenleving is voor ons land een rijk gegeven. Zij leidt tot een bredere schakering van leefstijlen en tot meer inzicht in mogelijkheden die mensen elkaar kunnen bieden. Het is een uitdaging om ook in arbeidsorganisaties inhoud te geven aan de multiculturele samenleving.

14. Werknemers hebben recht op zekerheid van arbeid en inkomen. Het realiseren daarvan is een kernpunt in het FNV-beleid. Dit betekent onder meer dat de FNV blijft streven naar vaste dienstverbanden die zekerheid geven over arbeidsduur en werktijden.

15. De voorkeuren bij werknemers voor arbeidstijden of voor arbeidsrelaties verschillen. Bedrijven en instellingen hebben behoefte aan flexibiliteit in de bedrijfsvoering. Er moeten dan ook afspraken komen die tegemoet komen aan de reële behoefte van de onderneming en die van de werknemers. Daarbij past geen concurrentiebeding.
Interne flexibilisering is meestal te prefereren boven externe flexibilisering. En ook bij scholing, taakverruiming en taaksplitsing liggen oplossingen.
Een flexibele invulling van werktijd, werkroosters en de arbeidsorganisatie is onverbrekelijk verbonden met zeggenschap van de werknemers daarover.

16. De FNV zal flexibilisering die leidt tot een tweedeling tussen werknemers bestrijden. De FNV zet zich in deze situatie met kracht in voor de belangen van werknemers, opdat dit streven naar flexibilisering niet ten koste zal gaan van hun economische belangen, sociale leven, gezondheid en thuissituatie.
De FNV behartigt op alle beleidsniveaus de belangen van mensen die werk (moeten) doen dat weinig of geen werk- en/of inkomenszekerheid biedt.

17. Voor de FNV is de CAO het belangrijkste eigen instrument om de arbeidsverhoudingen te reguleren. De FNV wil CAO's voor het totale personeel. Brede CAO's, die ook gaan over bijvoorbeeld vakopleiding, veiligheid en gezondheid op het werk, kinderopvang, zorgverlof, de integratie van etnische minderheden en gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Dit vereist algemeen-verbindendverklaring van de bedrijfstak-CAO.

De FNV stelt vast dat het CAO-overleg primair moet plaatsvinden via vakbonden. Daar waar (nog) geen CAO-afspraken zijn, kan de OR of een andere vorm van personeels- of vakbondsvertegenwoordiging in het bedrijf een rol spelen bij de regeling van arbeidsvoorwaarden. De OR zal in die zin bij het regelen van arbeidsvoorwaarden een natuurlijke partner voor belangenbehartiging zijn. De FNV streeft daarom strategische allianties na.

Er is voorts een toenemende behoefte aan maatwerk (zoals bij arbeidstijdverkorting) in arbeidsvoorwaardenregelingen. Bedrijfstak-CAO's en concern-CAO's worden steeds vaker op het niveau van de onderneming aangevuld en geconcretiseerd. Daarbij kunnen aanvullende bedrijfs-CAO's worden afgesloten, maar ook de OR kan hierin een taak krijgen. In de CAO moeten derhalve de taken en verantwoordelijkheden, de te volgen achterbanprocedure en de rechtsbescherming en faciliteiten van de betrokkenen helder geregeld worden.

18. De arbeidsvoorwaarden moeten in een redelijke verhouding staan tot de offers en inspanningen die een functie met zich meebrengt. Verzwarende arbeidsomstandigheden moeten bestreden worden via preventief Arbobeleid , en voor zover nog geen resultaat wordt bereikt, kan dit in loon of vrije tijd worden gecompenseerd. Verschillen in offers en inspanningen zijn de belangrijkste rechtvaardiging voor loonverschillen.
De in ons land overeengekomen arbeidsvoorwaarden en vastgelegde sociale beschermingsregels moeten ook gelden voor hier werkzame werknemers uit andere landen.

19. De FNV komt op voor economische democratie. Bij arbeid behoort zeggenschap. Zeggenschap heeft een eigen waarde en is een doel op zichzelf. Het beantwoordt aan de verantwoordelijkheidszin van mensen.
Voor het realiseren van meer zeggenschap is een grotere aandacht voor de taakinhoud van beroepen wenselijk. Naast de specifiek inhoudelijke aspecten zijn daarbij ook de maatschappelijke en ethische aspecten van het beroep essentieel.
Werknemers moeten invloed hebben op de wijze waarop leiding wordt gegeven en op de inrichting van de arbeidsorganisatie; ze moeten in ieder geval ook altijd zeggenschap hebben op de werkplek zelf over zaken die hun werk rechtstreeks beïnvloeden: werktijden, werkroosters, de inrichting van de werkplek en de arbeidsomstandigheden. De FNV wil de zeggenschap op de werkplek garanderen en reglementeren via de CAO en door afspraken van de OR met de ondernemer.
Ook over het bedrijfsbeleid in bredere zin en zaken die de ondernemingsfuncties raken dient de invloed van werknemers te worden uitgebreid.
Het is noodzakelijk dat zij zelf of via hun vertegenwoordigers in vakorganisaties, OR of anderszins meedenken en meepraten over alle belangrijke facetten van het ondernemingsbeleid.
Vakbondsfaciliteiten in de ondernemingen en de rechtsbescherming van vakbondskaderleden moeten worden uitgebreid, zodat aan het beïnvloeden van het bedrijfsbeleid op een effectieve wijze inhoud kan worden gegeven.

20. Zeggenschap betekent ook dat cliënten van maatschappelijke instellingen, zoals pensioenfondsen, uitvoeringsorganisaties van sociale zekerheid, onderwijsinstellingen en arbeidsvoorziening een duidelijke stem in het beleid en de uitvoering hebben, al dan niet via de vakbeweging.

21. Werknemers moeten invloed kunnen hebben op de samenstelling van de Raad van Commissarissen, het orgaan dat toezicht houdt op het bestuur van

vennootschappen. De FNV vindt dat in de Raad van Commissarissen van grote vennootschappen in ieder geval tenminste een derde van de commissarissen moet worden aangewezen door de ondernemingsraad.

22. De FNV zet zich in voor een goede toerusting van degenen die een vooruitgeschoven positie innemen in het zeggenschapsproces. De FNV ziet ondernemingsraden als partners in de belangenbehartiging van werknemers en wil dan ook dat de bevoegdheden van ondernemingsraden worden uitgebreid. De FNV zal actief zijn op het punt van scholing van OR-leden, in de advisering aan ondernemingsraden, met publicaties en andere vormen van dienstverlening. De FNV vindt dat via de wet en ook via CAO-afspraken meer mogelijkheden gecreëerd moeten worden voor het uitoefenen van zeggenschap in de kleine bedrijven. Zo nodig zal de FNV in bedrijven die geen ondernemingsraad hebben aan de werknemers meer diensten aanbieden.



TOC


 

Sociaal-economische orde

23. In de afgelopen decennia zijn de gebreken van het principe van de vrije marktwerking scherp aan het licht gekomen: vervuiling en verschraling van het milieu, en op veel plaatsen in de wereld een degradatie van mannen en vrouwen, mensonterende werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, kinderarbeid, de ontwrichting van traditionele culturen en samenlevingsvormen. Op een volledig vrije markt zegeviert het recht van de sterkste. De FNV zal zich hiertegen actief te weer stellen.

24. De markteconomie kan alleen op een verantwoorde manier functioneren onder strikte voorwaarden. Winstgevendheid en continuïteit zijn belangrijk, maar staan niet op zichzelf. De FNV is van mening dat de economische kracht van Nederland juist gelegen moet zijn in het investeren in mensen. Sociale samenhang en duurzaamheid bepalen mede de kracht van onze economie. Met het oog daarop moet het marktmechanisme worden gecorrigeerd in zijn werking en in zijn uitkomst. Dat is deels een taak voor internationale instellingen, voor de nationale overheid en deels ook een taak voor het georganiseerde bedrijfsleven, waaronder dus de vakbeweging zelf.

De overheid moet de productie of dienstverlening organiseren als de markt onvoldoende kan voorzien in wezenlijke behoeften van mensen. De markt moet zeker ook gecorrigeerd worden op uitkomsten voor wat betreft de inkomensverdeling. In de arbeidsverhoudingen zijn overheidsregels nodig, die grenzen en voorwaarden stellen aan arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Het is een taak van de vakbeweging, nationaal en internationaal, om de mensen in het informele circuit te organiseren en voor hen op te komen.

25. De FNV wil een verzorgingsstaat waarin de overheid zich garant stelt voor goede en toegankelijke voorzieningen op het terrein van sociale zekerheid, gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs, kinderopvang, welzijn, cultuur en media, enz. Onderwijs en gezondheidszorg zullen grotendeels door de overheid moeten worden gereguleerd en moeten worden gefinancierd uit algemene middelen en loongerelateerde premies. De FNV wijst een vrije marktwerking op deze terreinen af.

26. De FNV wil een onderwijssysteem dat mensen opleidt tot zelfstandige en mondige individuen. Het onderwijs moet gericht zijn op het ontwikkelen van mensen als sociale en intellectuele wezens. Het onderwijs moet ook mensen kwalificeren voor de huidige en toekomstige arbeidsmarkt.

27. De huidige economische ontwikkeling (in Nederland en elders) richt wereldwijd aanzienlijke schade aan natuur en milieu. De roofbouw mag niet doorgaan: we zullen moeten omschakelen naar een duurzame ontwikkeling.

Ook dat is solidariteit, solidariteit met de ontwikkelingslanden. De rijke industrielanden zullen hun bijdrage aan grensoverschrijdende milieuproblemen moeten terugbrengen om ontwikkelingslanden ruimte te bieden om te groeien. Rijke landen hebben de plicht om een deel van hun welvaart aan te wenden voor hun eigen milieubeheersing en voor die elders in de wereld.
Duurzaamheid vereist een ecologisch verantwoord gebruik van de ruimte, een drastische vermindering van het materiaalgebruik en een maximale beperking van de uitstoot van schadelijke stoffen.
Ondernemingen moeten gaan functioneren binnen grenzen die de overheid aan het gebruik van natuur en milieu vastlegt. De overheid dient er zorgvuldig op toe te zien dat bedoelde grenzen worden bewaakt. Als uiterste keuze laat de FNV duurzaamheid zwaarder wegen dan werk. Wanneer sprake is van een situatie waarin werkgelegenheid of gezondheid in het geding is, zal de FNV in actie komen om steun te bieden aan werknemers die in problemen komen.

28. Een economisch-ecologisch structuurbeleid is nodig om de economische ontwikkeling in balans te brengen met de eisen die natuur- en milieubehoud en verdeling van de ruimte stellen. Dit beleid moet vorm krijgen in nauw overleg met het georganiseerde bedrijfsleven. Daarbij moet een economisch gezonde ontwikkeling van de bedrijfstak - vooral van de werkgelegenheid - centraal staan. Voorts moet de afstemming van plannen van de overheid en bedrijfsleven aan de orde komen en de tijdige aanpak van eventuele knelpunten.

29. De FNV zet zich - samen met de zusterorganisaties - in voor erkenning en versterking van de vakbeweging in ontwikkelingslanden. De FNV vindt dat ook de overheid hierin een duidelijke taak heeft. De erkenning en eerbiediging van vakbondsrechten moet systematisch aandacht krijgen in het buitenlands beleid en in de samenwerking met ontwikkelingslanden. De internationale organisaties die een taak hebben op het terrein van arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden moeten worden versterkt. Er moet gezocht worden naar middelen en mogelijkheden om de naleving van internationale afspraken en verdragen te bevorderen.

30. De FNV is voorstander van Europese integratie. Zij zet zich in voor verbreding en verdieping van de EU. Verdieping zal vooral moeten inhouden dat het beleid zich niet allen richt op zuiver economische doelstellingen maar ook op sociale en milieudoelstellingen waaronder bestrijding van de werkloosheid, sociale bescherming van werknemers en armoedebestrijding.
Integratie (onder meer door het onderling afstemmen van regels en voorzieningen) moet zijn gericht op sociale vooruitgang en duurzaamheid. De besluitvorming binnen de EU zal drastisch moeten verbeteren, deze moet slagvaardiger, doorzichtiger en democratischer worden.
Een goed gestructureerde sociale dialoog die een belangrijke plek heeft in de besluitvorming kan de sociale dimensie van het EU-beleid versterken. Dat is ook in afzonderlijke sectoren zinvol.
De EU moet openstaan voor handel met landen buiten Europa, vooral ook met ontwikkelingslanden. Zij moet actief streven naar een versterking van de internationale rechtsorde en een goede samenwerking tussen landen en landenblokken.



TOC


 

Positie en rol van de vakbeweging

31. De FNV specialiseert zich op de terreinen van arbeid en inkomen. Zij komt hierbij op voor alle werknemers, werkzoekenden, (tijdelijk)arbeidsongeschikten, gepensioneerden en voor mensen met een met werknemers vergelijkbare positie.

32. De FNV vat de begrippen arbeid en inkomen breed op. De FNV wil meer zijn dan een "loonfabriek". Bij inkomens gaat het om looninkomens en uitkeringen. Mensen met een uitkering en mensen zonder betaalde baan behoren uitdrukkelijk bij de FNV.

33. De FNV voelt zich betrokken en is deels medeverantwoordelijk voor de inrichting van de samenleving en het democratisch gehalte daarvan. Op basis van haar idealen strijdt de FNV voor een betere samenleving.
Zij zal organisaties bestrijden en individuen zo nodig uit haar midden verwijderen, die:

  • zich schuldig maken aan racistische of discriminerende uitlatingen in welke vorm ook, met als oogmerk het aanzetten tot vreemdelingenhaat
  • fascistisch of discriminerend materiaal verspreiden
  • die lid zijn van of zich bekennen als aanhanger van een organisatie die discrimineert of tot discriminatie aanzet.

De FNV zal in actie komen als er dingen (dreigen te) gebeuren die in een democratische rechtsstaat niet passen. Zelfs al zijn die niet direct bedreigend voor werknemers of voor de vakbeweging zelf.
De FNV zoekt samenwerking met organisaties die op hun terrein staan voor dezelfde idealen.

De precieze afbakening van het werkterrein zal een voortdurend punt van discussie blijven. Steeds opnieuw moet beoordeeld worden welke ontwikkelingen in de economie, in de politiek en in de samenleving relevant zijn voor de vakbeweging.

34. De FNV is onafhankelijk ten opzichte van politieke partijen en zij zal die positie streng bewaken. De FNV beoordeelt politieke partijen op hun daden. Zij zoekt in alle democratische politieke stromingen steun voor maatregelen die naar haar idee nodig zijn. De FNV hecht daarbij ook grote waarde aan de overlegeconomie. Daardoor kan de overheid rekening houden met de ideeën en belangen van sociale partners en het kan een draagvlak creëren voor het te ontwikkelen beleid.

35. Het proces van toenemende decentralisatie vraagt om aanpassingen, maar biedt ook nieuwe kansen om de bereikbaarheid en de herkenbaarheid van de bond voor de leden te vergroten. Decentralisatie biedt ook de kans om de directe betrokkenheid van bonden bij de regulering van arbeidsverhoudingen zo te verschuiven dat werknemers meer zelf kunnen regelen.
De FNV streeft verdere faciliteiten voor en bescherming van kaderleden na.

De bezoldigden van de bond worden meer en meer coach van vakbondskaderleden die in de bedrijven, al dan niet via de OR, zelf meer regelen. Een behoorlijk functionerende OR is noodzakelijk, evenals de bereidheid bij de werkgever om daar op een constructieve manier mee samen te werken met als doel tot concrete afspraken te komen.
Ook in de dienstverlening aan leden zal meer maatwerk nodig zijn. De kracht van de FNV is dat zij individuele dienstverlening koppelt aan haar werkzaamheden in de collectieve belangenbehartiging.

36. De organisatiestructuur van de FNV dient doeltreffend de realisatie van FNV-doelstellingen te ondersteunen. Zij dient de voorwaarden te scheppen voor een goede uitvoering van de taken van de bonden en de vakcentrale en de bereikbaarheid en herkenbaarheid voor leden en potentiële leden te verbeteren. De taakverdeling binnen de vakcentrale en de bonden is een kwestie van doelmatigheid. De bonden en daarbinnen de vakgroepen hebben het voortouw bij sector- of bedrijfsspecifieke vraagstukken. De behartiging van de bondsoverstijgende collectieve belangen van werknemers en uitkeringsgerechtigden is een taak van de vakcentrale.

Vaststaat dat sommige doelen alleen door gezamenlijk optrekken kunnen worden bereikt. De samenwerking in FNV-verband krijgt voor de bonden meerwaarde door gebruik te maken van de kennis en het inzicht van collega-bonden.

Deze taakverdeling tussen vakcentrale en bonden vereist een organisatiestructuur van de FNV, waarin een evenwichtige en democratische besluitvorming gegarandeerd wordt met voldoende draagvlak en participatie door alle aangesloten bonden, en waarin de eigen taken en verantwoordelijkheden van de vakcentrale goed tot hun recht kunnen komen.

37. De FNV is een dynamische organisatie. Ze speelt in op nieuwe situaties met nieuwe strategieën en producten. Als desalniettemin de uitkomst van onderhandelen, adviseren en zelfs actievoeren toch is, dat bepaalde arbeidsvoorwaarden verslechteren, dan zal de FNV proberen dat terug te draaien. Mocht dat niet succesvol zijn, dan zal zij desnoods alleen voor haar leden in de individuele en collectieve sfeer naar compensatie zoeken.
De FNV gaat door op de ingeslagen weg om verdere voordelen voor leden te creëren.

38. De FNV wil een rol spelen in het bestrijden van armoede en ongelijkheid in de wereld. Dat is ook de beste manier voor de FNV om vrede en veiligheid in de wereld te bevorderen, te werken aan internationale ontwapening en een bijdrage te leveren aan vreedzame oplossing van conflicten.

Op mondiaal niveau is een krachtige vakbewegingsorganisatie meer dan ooit nodig. Vooral voor de uitbouw en versterking van de internationale rechtsorde en de eerbiediging van mensen- en vakbondsrechten. Maar ook voor de bevordering van de internationale samenwerking binnen de vakbeweging.
Ook de FNV zal zich blijven inzetten voor projecten van vakbewegingsorganisaties in de ontwikkelingslanden. Steun aan de minst bedeelden in de armste ontwikkelingslanden heeft de prioriteit. Daarbij kan de FNV leren van ervaringen die elders in de wereld worden opgedaan. De FNV zal ook op andere manieren actief zijn: door voorlichtingsprojecten, politieke druk en eventueel ook druk op internationaal opererende ondernemingen om sociale en milieunormen in acht te nemen.
Binnen Nederland zal de FNV waar mogelijk steun geven aan het verbeteren van de positie van de grote groep rechtelozen die als gevolg van onderdrukking in andere landen een goed heenkomen naar ons land heeft moeten zoeken.

39. Binnen het kader van het mondiale beleid van de vakbeweging dwingt de europeanisering van de economie tot ander vakbondswerk en aanzienlijk meer samenwerking binnen de Europese vakbeweging, ook tussen bonden op ondernemingsniveau.

De FNV wil inspelen op grensoverschrijdende vormen van consultatie en informatie. De grensoverschrijdende zeggenschap moet niet alleen tot de EU beperkt blijven, maar zich ook breder ontwikkelen. Naast samenwerking in EU-verband wil de FNV werken aan een intensievere bilaterale samenwerking met zusterorganisaties in andere landen. Maar samenwerking in Europa mag niet betekenen dat wij drempels opwerpen die de werknemersbelangen in landen buiten Europa schaden.



TOC