De arbeidsorganisatie
11. De FNV zet zich er voor in, dat binnen ondernemingen en instellingen de kwaliteit
van de arbeid en de continuïteit van de werkgelegenheid centraal wordt gesteld.
12. De FNV wil volwaardig werk voor iedereen. Dat is werk waarin mensen zich kunnen
ontplooien, zelf verantwoordelijkheid kunnen dragen en met elkaar kunnen communiceren en
het is werk dat veilig is en de gezondheid niet schaadt. Het moet zinvol werk zijn, dat
wil zeggen werk dat herkenbaar bijdraagt aan het product of de dienstverlening van het
bedrijf.
13. De multiculturele samenleving is voor ons land een rijk gegeven. Zij leidt tot een
bredere schakering van leefstijlen en tot meer inzicht in mogelijkheden die mensen elkaar
kunnen bieden. Het is een uitdaging om ook in arbeidsorganisaties inhoud te geven aan de
multiculturele samenleving.
14. Werknemers hebben recht op zekerheid van arbeid en inkomen. Het realiseren daarvan
is een kernpunt in het FNV-beleid. Dit betekent onder meer dat de FNV blijft streven naar
vaste dienstverbanden die zekerheid geven over arbeidsduur en werktijden.
15. De voorkeuren bij werknemers voor arbeidstijden of voor arbeidsrelaties
verschillen. Bedrijven en instellingen hebben behoefte aan flexibiliteit in de
bedrijfsvoering. Er moeten dan ook afspraken komen die tegemoet komen aan de reële
behoefte van de onderneming en die van de werknemers. Daarbij past geen
concurrentiebeding.
Interne flexibilisering is meestal te prefereren boven externe flexibilisering. En ook bij
scholing, taakverruiming en taaksplitsing liggen oplossingen.
Een flexibele invulling van werktijd, werkroosters en de arbeidsorganisatie is
onverbrekelijk verbonden met zeggenschap van de werknemers daarover.
16. De FNV zal flexibilisering die leidt tot een tweedeling tussen werknemers
bestrijden. De FNV zet zich in deze situatie met kracht in voor de belangen van
werknemers, opdat dit streven naar flexibilisering niet ten koste zal gaan van hun
economische belangen, sociale leven, gezondheid en thuissituatie.
De FNV behartigt op alle beleidsniveaus de belangen van mensen die werk (moeten) doen dat
weinig of geen werk- en/of inkomenszekerheid biedt.
17. Voor de FNV is de CAO het belangrijkste eigen instrument om de arbeidsverhoudingen
te reguleren. De FNV wil CAO's voor het totale personeel. Brede CAO's, die ook gaan over
bijvoorbeeld vakopleiding, veiligheid en gezondheid op het werk, kinderopvang, zorgverlof,
de integratie van etnische minderheden en gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Dit vereist
algemeen-verbindendverklaring van de bedrijfstak-CAO.
De FNV stelt vast dat het CAO-overleg primair moet plaatsvinden via vakbonden. Daar
waar (nog) geen CAO-afspraken zijn, kan de OR of een andere vorm van personeels- of
vakbondsvertegenwoordiging in het bedrijf een rol spelen bij de regeling van
arbeidsvoorwaarden. De OR zal in die zin bij het regelen van arbeidsvoorwaarden een
natuurlijke partner voor belangenbehartiging zijn. De FNV streeft daarom strategische
allianties na.
Er is voorts een toenemende behoefte aan maatwerk (zoals bij arbeidstijdverkorting) in
arbeidsvoorwaardenregelingen. Bedrijfstak-CAO's en concern-CAO's worden steeds vaker op
het niveau van de onderneming aangevuld en geconcretiseerd. Daarbij kunnen aanvullende
bedrijfs-CAO's worden afgesloten, maar ook de OR kan hierin een taak krijgen. In de CAO
moeten derhalve de taken en verantwoordelijkheden, de te volgen achterbanprocedure en de
rechtsbescherming en faciliteiten van de betrokkenen helder geregeld worden.
18. De arbeidsvoorwaarden moeten in een redelijke verhouding staan tot de offers en
inspanningen die een functie met zich meebrengt. Verzwarende arbeidsomstandigheden moeten
bestreden worden via preventief Arbobeleid , en voor zover nog geen resultaat wordt
bereikt, kan dit in loon of vrije tijd worden gecompenseerd. Verschillen in offers en
inspanningen zijn de belangrijkste rechtvaardiging voor loonverschillen.
De in ons land overeengekomen arbeidsvoorwaarden en vastgelegde sociale beschermingsregels
moeten ook gelden voor hier werkzame werknemers uit andere landen.
19. De FNV komt op voor economische democratie. Bij arbeid behoort zeggenschap.
Zeggenschap heeft een eigen waarde en is een doel op zichzelf. Het beantwoordt aan de
verantwoordelijkheidszin van mensen.
Voor het realiseren van meer zeggenschap is een grotere aandacht voor de taakinhoud van
beroepen wenselijk. Naast de specifiek inhoudelijke aspecten zijn daarbij ook de
maatschappelijke en ethische aspecten van het beroep essentieel.
Werknemers moeten invloed hebben op de wijze waarop leiding wordt gegeven en op de
inrichting van de arbeidsorganisatie; ze moeten in ieder geval ook altijd zeggenschap
hebben op de werkplek zelf over zaken die hun werk rechtstreeks beïnvloeden: werktijden,
werkroosters, de inrichting van de werkplek en de arbeidsomstandigheden. De FNV wil de
zeggenschap op de werkplek garanderen en reglementeren via de CAO en door afspraken van de
OR met de ondernemer.
Ook over het bedrijfsbeleid in bredere zin en zaken die de ondernemingsfuncties raken
dient de invloed van werknemers te worden uitgebreid.
Het is noodzakelijk dat zij zelf of via hun vertegenwoordigers in vakorganisaties, OR of
anderszins meedenken en meepraten over alle belangrijke facetten van het
ondernemingsbeleid.
Vakbondsfaciliteiten in de ondernemingen en de rechtsbescherming van vakbondskaderleden
moeten worden uitgebreid, zodat aan het beïnvloeden van het bedrijfsbeleid op een
effectieve wijze inhoud kan worden gegeven.
20. Zeggenschap betekent ook dat cliënten van maatschappelijke instellingen, zoals
pensioenfondsen, uitvoeringsorganisaties van sociale zekerheid, onderwijsinstellingen en
arbeidsvoorziening een duidelijke stem in het beleid en de uitvoering hebben, al dan niet
via de vakbeweging.
21. Werknemers moeten invloed kunnen hebben op de samenstelling van de Raad van
Commissarissen, het orgaan dat toezicht houdt op het bestuur van
vennootschappen. De FNV vindt dat in de Raad van Commissarissen van grote
vennootschappen in ieder geval tenminste een derde van de commissarissen moet worden
aangewezen door de ondernemingsraad.
22. De FNV zet zich in voor een goede toerusting van degenen die een vooruitgeschoven
positie innemen in het zeggenschapsproces. De FNV ziet ondernemingsraden als partners in
de belangenbehartiging van werknemers en wil dan ook dat de bevoegdheden van
ondernemingsraden worden uitgebreid. De FNV zal actief zijn op het punt van scholing van
OR-leden, in de advisering aan ondernemingsraden, met publicaties en andere vormen van
dienstverlening. De FNV vindt dat via de wet en ook via CAO-afspraken meer mogelijkheden
gecreëerd moeten worden voor het uitoefenen van zeggenschap in de kleine bedrijven. Zo
nodig zal de FNV in bedrijven die geen ondernemingsraad hebben aan de werknemers meer
diensten aanbieden. |